In het Letse Liepaja kan je persoonlijk ondervinden hoe Sovjetmatrozen in een gevangenis werden behandeld. Inclusief een nacht slapen in een cel. Zodat de ‘gevangenen’ de donkere dagen van de Koude Oorlog niet vergeten.
Voordat het licht in mijn cel uitgaat en de zware deur sluit, flitsen mijn gedachten terug naar zestig jaar geleden. Hoe moet het in deze heropvoedingsgevangenis zijn geweest voor de matrozen die hier in het Letse Liepaja aan de Oostzee zaten opgesloten wegens alcoholgebruik, een vechtpartij of het verlaten van de marinehaven zonder toestemming? Het leven in de gevangenis was een keten van straffen, bevelen en vernederingen.
Een vleugje van dit regime krijg ik eerder die dag mee. Adjudant-onderofficier Einars Eiris (33) van de Sovjetmarine – gekleed in het bijpassende uniform van toen – dondert aan het begin van de avond met luide stem over de hoofden van een groep Belgische scouts en die van mij. Hij prent ons in dat we hem moeten aanspreken met ‘baas’, zoals tijdens het communisme gebruikelijk was. De Belgen en ik zijn immers beland in de dagen van het Sovjetrijk. Spreken we de adjudant-onderofficier verkeerd aan dan volgt voor iedereen dezelfde straf: een serie kniebuigingen of een been gestrekt hoog boven de grond houden.
De Sovjet-Unie, waar Letland tot behoorde, mag dan geschiedenis zijn, wie wil ervaren hoe het in die tijd aan toe ging, kan afreizen naar deze voormalige heropvoedingsgevangenis in Liepaja. Je kan een gewone rondleiding volgen of een nacht slapen in een van de cellen, waarbij je tevens wordt behandeld als een gevangene. De Belgen hebben een gewone rondleiding gevraagd met een overnachting, waarbij ze niet het gevangenisregime hoeven te ondergaan. Maar omdat ze scouts zijn, laat Eiris hen zo nu en dan voelen hoe het toentertijd aan toe ging. Een verdieping boven ons klinkt gejoel en de luide stem van een andere bewaker – een vrijgezellenfeest is in volle gang.
Soldaten waren bezittingen van de Sovjetstaat, legt Eiris het gevangenisregime uit tegenover de scouts. Nadat ze de regels hadden overtreden, werden ze hier bestraft en gekneed tot modelmatroos, die keurig gehoorzaamde. Naast een nachtrust van hooguit vijf uur zadelden de bewakers de gevangenen op met opdrachten die ze meestal niet konden vervullen. Slaagde iemand niet in de opdracht dan volgde een straf. Een zo’n onmogelijke opdracht was om 24 uur onafgebroken in een cel rond te lopen. De bewaker luisterde naar de voetstappen. Na 22 uur zag de koude harde vloer er zo verleidelijk uit dat de uitgeputte gevangene het niet kon laten om er op te liggen. Opdracht mislukt, nieuwe straf. Zo leerde elke matroos het af om alcohol te drinken, te vechten of de marinehaven te verlaten zonder toestemming en voerde hij perfect uit wat de leiding van hem eiste.
De Belgen moeten geregeld gniffelen om de bulderende stem van de adjudant-onderofficier en de straffen die ze krijgen. Maar zijn onderliggende boodschap is wel degelijk serieus. De gevangenis moet een nieuwe generatie eraan herinneren dat Europa er ooit anders uitzag, vertelt Eiris na afloop, terwijl de scouts zich buiten nestelen om een kampvuur. Een IJzeren Gordijn splitste het continent de vorige eeuw in tweeën. De Belgische scouts groeien op in een verenigd Europa, waar ze zich geen zorgen hoeven te maken over een Koude Oorlog tussen oost en west. De gevangenis moet hen erop wijzen dat dit niet vanzelfsprekend is, besluit Eiris.
Die nacht slaap ik op een bed van zeven houten planken met een dun matras, een laken en een kriebelende deken. Door gebrek aan ruimte in de cel ligt mijn bed ingeklemd tussen drie andere houten bedden, waarop de leiding van de scouts slaapt. Zonder tussentijds wakker te worden en zonder een gebroken rug sta ik de volgende ochtend op.
De Belgische scouts hoeven Eiris dan niet meer aan te spreken met de titel ‘baas’. Maar sommigen kunnen dat niet loslaten. Ze vragen eerbiedig aan de adjudant-onderofficier of ze naar de wc mogen. Hun wil lijkt gebroken: de perfecte Sovjetmatrozen in wording.
Gevangenis symbool voor recente geschiedenis van Letland
De gevangenis staat symbool voor de heersers over Letland. Het tweeverdiepingen tellende gebouw uit 1904, dat in het begin dienst deed als ziekenhuis en is opgetrokken uit rode bakstenen, viel achtereenvolgens onder de Russische, Letse, Sovjet, Duitse en opnieuw Sovjetvlag. Nadat Letland in 1991 de onafhankelijkheid uitriep en de Sovjet-Unie datzelfde jaar ineen zeeg, fungeerde het pand tot 1997 als gevangenis voor de Letse marine, waarna het dichtging. Sinds 2002 is het open als museum en eenvoudig te bezoeken nu Letland zich lid van de Europese Unie mag noemen.
Het gebouw ligt in Liepaja in het stadsdeel Karosta, waar de Russische en Sovjetinvloeden nog duidelijk zichtbaar zijn. In de tweede helft van de negentiende eeuw besloot de Russische tsaar Aleksandr III dat hier aan de Oostzee een marinehaven moest komen. Toen de Sovjet-Unie na de Tweede Wereldoorlog het gebied betrok, werd het een afgesloten wijk en niet toegankelijk voor buitenstaanders.
Anno 2016 bestaan deze restricties niet meer. Je wandelt langs grauwe eentonige Sovjetflats waar de gezinnen van de lagere rangen leefden. De familieleden van de officieren sliepen in ruimer opgezette woningen die centraal in de wijk staan. De Russische-Orthodoxe kerk uit 1903 met haar glinsterende gouden koepels torent boven de flats uit en ging tijdens de atheïstische Sovjet-Unie door het leven als sportzaal, bioscoop en recreatieruimte. In de voor een groot deel intact gebleven manege, uit 1904, zie je de paarden en hun ruiters voor je. Aan de kust liggen verdedigingswerken, gebouwd tijdens het Russische tsarenimperium en de Sovjet-Unie. In de supermarkt vind je typische Russische producten als kolbasa (worst), bietensalade met haring en natuurlijk een ruime keuze aan wodka. Alsof de Sovjet-Unie nog bestaat en de wijk is afgesloten, bekijkt de verkoopster vol argwaan de buitenlandse journalist die foto’s neemt van de supermarkt. De Europese Unie voelt ver weg in Karosta.
Het hoofdartikel en het kader stonden op 22 november in het Reformatorisch Dagblad.