‘Zoon van de Donbass’ (berichten uit Oost-Oekraïne)

Verwaterd en verkleurd staat het op zijn bruine bovenarm getatoeëerd. ‘Zoon van de Donbass’, de Oost-Oekraïense regio’s Donetsk en Loegansk gezamenlijk. ‘Al in 1973 op mijn arm laten zetten’, verklaart de man trots op een plein in het centrum van het dorpje Dokoetsjajevsk, een half uur rijden ten zuiden van de stad Donetsk.

Hij patrouilleert samen met twee andere mannen over straat om de veiligheid te bewaken in de Volksrepubliek Donetsk. Door hen uitgeroepen na de vlucht van de verdreven president Viktor Janoekovitsj en de komst van een in hun ogen ‘onwettige fascistische’ regering in Kiev. Afscheiden van Oekraïne is het doel. De drie hebben samen met negen anderen de officiële agenten van Oekraïne vervangen.

Het politiebureau is hun basis. De agenten in hun uniformen doen alleen nog administratief werk. De nieuwe ordebewakers, allen boven de vijftig, lopen rond in een t-shirt en gewone broek, Een vrouw komt langs om geld te doneren voor de separatisten. waarvoor een glazen pot staat. Een oudere man brengt voedsel. Een ander meldt zich aan als nieuw lid. Hij heeft het gehad met dat zooitje in Kiev dat volgens hem sinds de onafhankelijkheid van Oekraïne in 1991 het land heeft kapotgemaakt.

Dit was eind mei.In maart was ik ook in Dokoetsjajevsk voor een interview met de gastvrije en beminnelijke priester Nikita Panasjoek. ‘Alles is rustig en onder controle’, zei hij laconiek lachend in zijn werkkamer alsof hij als priester hoogstpersoonlijk het voor het zeggen had in het stadje. Al waren er wel kerkgangers die hun zorgen uitten bij de priester over de onrustige situatie in het land.

Deze zorgen leken nog verder weg eind februari. Reizend vanuit de Olympische Winterspelen in Sotsji met futuristische stadions en lachende Russische vrijwilligers kwam ik toen voor het eerst aan in Donetsk. Enkele dagen later bezetten pro-Russische aanhangers het provinciehuis in deze industriestad. Het zag er klungelig uit. Burgers zaten met hun jassen aan in de bankjes waar eerder lokale parlementariërs hun stem uitbrachten. Er hing een benauwde lucht. Allerlei mensen schreeuwden door elkaar heen. De zelfbenoemde volksgouverneur Pavel Goebarev en zijn handlangers probeerden er nog enige lijn in te houden. De vloer was besmeurd met zwarte schoenvegen. In een kamer ernaast werd een lijst samengesteld van mensen die de orde moesten bewaken op straat in Donetsk.

Dit hele schouwspel leek niet meer dan een farce. Een klucht die niet lang zou duren. Want buiten ging het gewone leven door. Op straat, de Artjomboulevard, stonden de auto’s als vanouds in de file. Cafe’s zaten vol tijdens de lunch. Winkelend publiek ging op jacht naar een nieuwe jas, computer of schoenen.

Maar nu is er geen sprake meer van een klucht. De ordebewakers in Dokoetsjajevsk en het volk in de bankjes van het provinciehuis van Donetsk staan niet alleen. De pro-Russische separatisten vechten gewapend voor hun Volksrepubliek Donetsk en voor die van Loegansk. Het Oekraïense leger grijpt in. Wegblokkades van beide partijen staan opgesteld. Met de lopen van de machinegeweren op elkaar gericht.

Op 26 mei, een dag na de beladen presidentsverkiezingen, komt het tot gevechten tussen beide partijen op en rond het vliegveld van Donetsk, die de separatisten in handen proberen te krijgen. Tak-tak-tak-tak-tak klinken de kogels. Helikopters en gevechtsvliegtuigen bestoken de luchthaven. Zwarte rook stijgt op. Omwonenden schuilen achter bomen en rennen bukkend over straat. ’s Avonds klinken de doffe oorlogsdreunen door in het centrum van Donetsk. De stad met één miljoen mensen is veranderd in een spookstad, waar niemand zich op straat durft te begeven.

Een dag later is het akelig stil rond het vliegveld. Terwijl de doden van de dag ervoor in de mortuaria worden geteld, doen sluipschutters hun werk rond de luchthaven. De wegen zijn verlaten. Op het normaal gesproken drukke busstation wacht niemand op een bus, die toch al niet komt. Een bij een kruispunt geparkeerde auto kan maar beter zijn plek verlaten, want de weg ernaast geldt als schietbaan voor de sluipschutters. ‘We horen de kogels over onze huizen suizen’, zegt een bewoner met een sigaret in zijn hand.

Zo heerst anarchie in de Donbass. Wetten gelden niet meer. De politie is overgelopen naar de separatisten of kiest geen kant en laat zich niet zien op straat. Dure winkels in Donetsk hebben hun ramen beschermd met planken. Verschillende gebieden in deze regio zijn ieder in handen van een strijdende partij: pro-Oekraïens of pro-Russisch. Wie als burger pro-Oekraïens is, kan zich maar beter gedeisd houden. Ontvoeringen van journalisten of leden van ngo’s vinden plaats. Degenen die een wapen hebben, hebben de macht. De Donbass glijdt af naar een gebied als Noord-Ierland of nog erger Somalië.

Van mijn laatste bezoek aan de Donbass, eind mei, verschenen de volgende verhalen en berichten in de media:

-Samen met ‘mister Lviv’ en correspondent Michiel Driebergen schreef ik voor De Correspondent een verhaal over hoe het gesleep van mensen Oekraïne  aan stukken rijt. Over de gevolgen van deportaties, verbanningen en noodgedwongen verhuizingen. Link.

-Voor VPRO Buitenland schreef ik blogs. Over de taal: link, bureaucratie in de Volksrepubliek Donetsk: link en over pruimentaart: link.

-Voor het Reformatorisch Dagblad schreef ik de volgende artikelen:  Over de taal (achter een betaalmuur) link, de chaotische aanloop naar de presidentsverkiezingen (niet gratis) link, over de zoektocht naar een stembureau tijdens de presidentsverkiezingen (helaas dokken): link en over de gevechten in en rond het vliegveld van Donetsk (hoera, wel gratis): link.

-En voor BNR deed ik verslag van de beschietingen in en rond het vliegveld van Donetsk. Luister hier, hier en hier.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.