Het patriottisme in Rusland leeft op. Kinderen in Nizjni Novgorod leren op jeugdbewegingen hun natie lief te hebben. „Als niemand van Rusland houdt, valt het uiteen.”
„Hitler is gebroken,
Voor het moederland,
Voor Stalin.”
De stem van omroeper Gleb Doenin schalt over het Overwinningspark in de Russische stad Nizjni Novgorod. Voor hem speelt zich een reconstructie af van een slag bij Moskou tijdens de Tweede Wereldoorlog, nagebootst door volwassenen. In de sneeuw klinken de schoten van oprukkende Sovjetsoldaten. Als ze de overwinning hebben bereikt, zwaaien ze met een rode vlag boven de verslagen en gewonde Duitsers. Onder de juichende toeschouwers leden van het Jeugdleger.
„Het is belangrijk dat deze kinderen zien wat er toen gebeurde”, zegt Doenin (43), vicedirecteur van het Overwinningspark, na afloop. Tot september leidde hij als voorzitter het Jeugdleger van de regio Nizjni Novgorod. Een opvolger is nog niet benoemd. „Door zo’n reconstructie leren ze wat voor een ontberingen hun voorouders hebben doorstaan.”
(Tekst gaat door onder de video en link.)
Luister hier naar mijn bijdrage over patriottische jeugdbewegingen bij VPRO’s Bureau Buitenland.
De boodschap komt aan bij de 14-jarige Nikita Krikovski. „Ik wil voortzetten waar mijn opa’s mee bezig waren”, dreunt hij – gestoken in het lichtbruine uniform van het Jeugdleger met een rode baret op zijn hoofd – op na afloop van de reconstructie. „Als herinnering voor wat zij hebben gedaan. Waarvoor zij in de jaren veertig hebben gevochten. Daarom sta ik hier. Ik wil mijn moederland verdedigen.”
Rusland kent een opleving van vaderlandsliefde. Dit valt terug te zien in de komst van twee landelijke patriottische jeugdbewegingen, met een sturende hand van de regering. In 2015 werden de Russische scholierenbeweging, na een oekaze van president Vladimir Poetin, en het Jeugdleger, een maatschappelijke organisatie naar een idee van de minister van Defensie Sergej Sjojgoe, opgericht.
Het Jeugdleger opereert als voorportaal van het echte werk. De kinderen – tussen de 8 en 17 jaar – skiën in witte camouflagepakken, leren marcheren, schieten en Rusland te beminnen. Landelijk bestaat het uit 140.000 leden. Verplicht is het niet. Liever honderd toegewijde kinderen dan duizend die het niets kunnen schelen, luidt de opvatting.
De organisatie is een samensmelting van losse patriottische verenigingen, zegt Doenin, zelf van patriottisch staal: hij vocht met het Russische leger in de deelrepubliek Tsjetsjenië, zat bij de speciale troepen de spetsnaz en diende bij de OMON, de oproerpolitie. Het Jeugdleger volgt een opvoedprogramma van de overheid. Een lijn, een gedachte. „Er moet een algemene strategie zijn. Alleen zo kweek je ware patriotten. Dat is een taak van de overheid, ouders en scholen.”
Op een school in Nizjni Novgorod luisteren kinderen naar drie oudere schoolgenoten. Aan de hand van een powerpointpresentatie geven ze uitleg over de Russische grondwet en leren de kinderen dat Rusland vrijheid van meningsuiting kent en dat elke burger recht heeft op een waardig bestaan. De les vloeit voort uit de Russische scholierenbeweging, waarbij de school zich vrijwillig heeft aangesloten.
De scholierenbeweging behandelt thema’s als patriottisme, terrorisme en ecologie en helpt ouderen en zwerfhonden. De stad Nizjni Novgorod, ruim vierhonderd kilometer ten oosten van Moskou, telt met 1,25 miljoen inwoners drie scholen die lid zijn van de beweging.
De organisatie moet het multiculturele Rusland verenigen. „Een eenheid smeden van het land, dat is Poetins taak en daar helpen we hem bij”, zeggen viceschooldirecteur Svetlana (39) en pedagoge Olga (28) vurig.
Het Jeugdleger en de scholierenbeweging vinden tegenwoordig een voedingsbodem in Rusland, stelt Jelena Ilaltdinova (47), docente pedagogische wetenschappen aan de Minin-universiteit in Nizjni Novgorod. „Na de val van de Sovjet-Unie in 1991 verloor de overheid haar rol als pedagoog. Ouders voedden hun kinderen individueel op. Dat was toen een trend. Met als gevolg dat kinderen elkaar zijn gaan beledigen en zelfmoord onder hen vaker voorkomt. Er wordt niet gesproken over normen en waarden. Daarom ontfermt de overheid zich over de opvoeding, zoals via de scholierenbeweging.”
„Wat ook meetelt”, vervolgt ze, „is de hereniging met de Krim in 2014. Toen zag je de bewoners daar zwaaien met vlaggen en hun liefde tonen voor Rusland. Dat is naar de rest van het land overgeslagen. En, misschien, maakt de huidige Russofobie in het Westen ouders patriottischer en geven ze dat door aan hun kinderen.”
Als de soldaten van de oorlogsreconstructie in het Overwinningspark het strijdveld hebben verlaten, benadrukt vicedirecteur Doenin het belang van vaderlandsliefde: „Zonder patriottisme geen staat. Als niemand van Rusland houdt, valt het uiteen.”
Dit artikel werd op 29 januari geplaatst in het Reformatorisch Dagblad.