Van Kramatorsk naar Donetsk: Een onvergetelijke rit door Oost-Oekraïne

Normaal gesproken duurt een autorit van Kramatorsk naar Donetsk ongeveer anderhalf uur, een afstand van bijna honderd kilometer door Oost-Oekraïne. Het werden er vijfenhalf.

Chauffeur Oleg zou me om 12.00 uur ophalen. Samen zouden we rijden van gebied in handen van de Oekraïense regering naar de door pro-Russische rebellen zelfverklaarde Volksrepubliek Donetsk. Een parcours midden in oorlogstijd. Dat betekent langs controleposten van het Oekraïense leger, vervolgens een aantal grensovergangen en in de Volksrepubliek Donetsk weer langs controleposten.

11.15 uur. Ene Sasja belt: „Ik kom je om 12.00 uur ophalen.” Sasja?, denk ik. Wie is dat? De naam Oleg had ik van een collega gekregen. Een betrouwbare chauffeur in het bezit van een propoesk, een bewijs waarmee je de grens kunt passeren. En nu zit ik met de onbekende Sasja opgescheept. Maar goed, dit is Oekraïne: ineens kan alles anders zijn. Beter is het om rustig te wachten.

12.00 uur. Geen Sasja.

12.20 uur. Nog geen Sasja. Dit is Oekraïne, houd ik mezelf voor. Tijd is een ander begrip dan in Nederland.

12.30 uur. Geen Sasja. Toch maar bellen. „Waar blijf je?” „Ik kom eraan”, klinkt het.

13.00 uur. Nog steeds geen Sasja.

Eindelijk, om 13.15 uur arriveert Sasja. „Waar is Oleg?”, vraag ik, terwijl we wegrijden. „Die kan niet.” „Kan niet?”, reageer ik verbaasd. „Vanochtend had hij bevestigd dat hij mij zou ophalen.” Sasja reageert rustig: „Dit is Oekraïne. Soms heeft iemand opeens een verjaardag of moet ie naar het ziekenhuis.”

„Je hebt wel een propoesk?”, vraag ik Sasja. „Nee, die heb ik niet.” Mijn irritatie neemt toe. „Jij brengt me toch over de grens?” Sasja: „Over de grens? Waar heb je het over?” Ik: „Je hebt Oleg toch gesproken?” Sasja: „Welke Oleg? Ik ken tig Olegs. Ik heb via-via een telefoontje gekregen met de boodschap dat ik jou moet ophalen.”

Ik bel naar Oleg om te vragen wat er aan de hand is. Maar die neemt niet op. Na wat getelefoneer vertelt Sasja dat hij me brengt naar de grens. Vervolgens moet ik een paar kilometer lopen, dan staat iemand aan de andere kant van de grens te wachten en die brengt me naar Donetsk.

Na een halfuur rijden steekt Sasja via de middenberm plots de weg over. Honderd meter verder houdt de verkeerspolitie hem aan. Sasja stapt uit, discussieert met de agent. Vervolgens pakt hij een schroevendraaier uit zijn auto en haalt een rooster van het kentekenplaat voor en achter. Het rooster voorkomt dat zijn nummerbord kan worden geflitst. Zonder een boete te betalen rijdt Sasja weg. Waarom heb je geen bekeuring gekregen, vraag ik hem. „Ze hebben geen enkel bewijs”, antwoordt hij. „Dus ze kunnen me voor de rechter niets maken.” Na een paar honderd meter stapt Sasja uit en schroeft de twee roosters terug aan beide kentekenplaten.

We passeren zonder probleem de controleposten. Brutaal rijdt Sasja langs de rij wachtende auto’s bij de grensovergang, zet zijn auto vooraan en roept naar een douanier: „Dit is een journalist. Die moet snel naar de de andere kant.” Het werkt. We mogen door. Dan zet Sasja me af bij de laatste Oekraïense grenspost.

In de Volksrepubliek Donetsk wacht chauffeur Sergej op me. We rijden door oorlogsgebied. Langs verwoeste benzinestations, verkeersborden vol kogelgaten, verlaten bunkertjes, ingestorte bruggen, verwrongen vangrails. De rebellen verlenen ons zonder problemen doorgang. Om 17.30 uur arriveer ik bij mijn hotel in Donetsk. Eindhalte van een onvergetelijke rit.

Bedankt Oleg, Sasja en Sergej.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.