De twee aanslagen eerder deze week in de Russische stad Volgograd, waarbij 34 mensen omkwamen, roepen vragen op over de veiligheid rond de Olympische Winterspelen in Sotsji. De stad zelf oogt als een fort. ,,Je denkt toch niet dat ze hier zonnen als er bommen afgaan?”
Ze schiet in de lach, de serveerster van een biercafé in het Russische stadje Adler aan de Zwarte Zee. ,,Waarom die soldaat daarbuiten staat? Moet je kijken hoe knap zij zijn.” Ze wijst naar twee vrouwelijke collega’s achter de bar. ,,Hij moet hen beschermen.”
Buiten staat de soldaat bij een wachthokje te kauwen op zonnebloempitten. ,,Elke auto die langskomt, moet ik controleren vanwege de Olympische Spelen. De veiligheidsmaatregelen worden nog strenger.”
Het is een verhitte locatie waar de Spelen in februari plaatsvinden, rond de Russische badplaats Sotsji in de westelijke Kaukasus. De nog niet opgeëiste aanslagen in Volgograd worden gelinkt aan moslimextremisten uit de Noord-Kaukasus, die vooral actief zijn in de deelrepublieken Dagestan en Tsjetsjenië. Ze strijden hier voor een emiraat. In Dagestan, op zeshonderd kilometer van Sotsji, kan elk moment een bom ontploffen en sinds de jaren negentig was Tsjetsjenië het toneel van twee oorlogen. Nog steeds is het hier verre van rustig. Van Adler, waar olympische stadions liggen en een deel van de sporters slaapt, loop je zo naar de grens met de afvallige Georgische regio Abchazië, waar wegens een ander conflict sinds de jaren negentig twee oorlogen hebben gewoed.
De aanslagen in Volgograd, zevenhonderd kilometer ten noordoosten van Sotsji, komen niet als een verrassing, gelet op de woorden van de islamitische terroristenleider Dokoe Oemarov, die zich schuilhoudt in het Kaukasusgebergte. Hij is van plan het prestigefeestje van de Russische president Vladimir Poetin te vergallen en dringt in een videoboodschap in juli zijn strijders erop aan ,,hun uiterste best te doen om de Spelen te ontsporen”. Oemarov noemt het evenement het ,,satanisch dansen op de botten van onze voorouders”. Bij de verovering van de Noord-Kaukasus besliste het Russische leger in 1864 uitgerekend rond Sotsji de oorlog met lokale volkeren.
Voor aanvang van de Spelen ziet het er in en rond Sotsji uit als een militair terrein. Tijdens een interview buiten in het skiresort Roza Choetor, straks het domein van het alpineskiën en snowboarden, duiken er uit de bossen militairen op met een herdershond en metaaldetector. Aan de voet van een berg staan afweergeschut en militaire voertuigen. Soldaten arriveren op het treinstation van Adler.
Vier keer binnen zeven dagen vragen agenten naar mijn paspoort en/of controleren ze mijn rugzak als ik op straat loop, bij de ingang van een supermarkt of wil pinnen. In elk winkelcentrum volgen de ogen van de bewaking mij. Nu draag ik een iets grotere rugzak dan normaal, maar met mijn Nederlandse uiterlijk doe ik niet denken aan de foto’s van donkerkleurige terreurverdachten die hangen bij eetkantines, supermarkten en scholen.
Bij de ingang van het olympische dorp in Adler, waar de sporters slapen, rijden vrachtwagens een voor een naar binnen. Een bewaker schuift een metaaldetector onder de trucks. De atleten hoeven zich geen zorgen te maken, zegt het hoofd van het olympische dorp Timoer Zejnalov (31) geruststellend tussen de nieuwe woningen. ,,We volgen de internationale standaarden en controleren alles. Dit is een taak voor onze geheime dienst, de FSB.”
Na de aanslagen in Volgograd verhoogde Poetin de veiligheidsmaatregelen in heel Rusland. De voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité, Thomas Bach, zei ervan overtuigd te zijn dat veiligheid is gewaarborgd voor de Spelen. Sotsji dreigt dan een fort te worden. De grens met Abchazië gaat dicht, zodat terroristen deze ingang niet kunnen gebruiken. Voor de kust patrouilleren marineschepen. Drones kunnen worden ingezet. In het gebied zijn straks 37.000 agenten, minstens tienduizend soldaten en een onbekend aantal FSB-agenten gestationeerd. De Russische zakenkrant Vedomosti schreef voor de gebeurtenissen in Volgograd dat de veiligheidskosten voor Sotsji 1,3 miljard euro bedragen, tegenover 620 miljoen euro tijdens de vorige Winterspelen in het Canadese Vancouver.
In het centrum van Sotsji wacht de 35-jarige ondernemer Oleg Borozdin (35) op zijn zoontje bij de sportschool. Hij leest een mededeling over een antiterreuroperatie die bij de ingang hangt. Het Westen overdrijft de dreiging in Sotsji, vindt hij. ,,De FSB zit er bovenop. Hier is alles rustig. Sotsji is een badplaats. Mensen komen hier om te zonnen. Je denkt toch niet dat ze dat doen als hier bommen afgaan?”
Sotsji mag een haast onneembare vesting zijn, de aanslagen in Volgograd bewijzen dat er genoeg doelen in Rusland overblijven.
Dit artikel stond op 2 januari in Sp!ts. Een verkorte versie ervan verscheen op 30 december in De Standaard.