Dit verhaal móest ze me vertellen toen ze hoorde dat ik langskwam, zegt hoofdcurator Marina Sjajchoetdinova (54) uitgelaten. Ze loopt in het Sacharovmuseum in Nizjni Novgrorod, de op vier na grootste stad van Rusland, naar een zwart-wit foto van Karel van het Reve. Dankzij hem, vertelt ze, leerde de wereld in 1968, nu vijftig jaar geleden, de inmiddels overleden Andrej Sacharov kennen. ‘En dan komt uitgerekend nu een Nederlandse journalist langs. Dat moet Sacharov zo gewild hebben.’
In dat jaar publiceerde Het Parool een kritisch artikel van Sacharov over de Sovjet-Unie. Van het Reve, toen correspondent in Moskou, had het essay in handen gekregen en vertaald. Daarna volgde The New York Times en ontdekte de buitenwereld de vader van de Russische waterstofbom. Tot afgrijzen van de Sovjetmachthebbers. Ze ontsloegen de dissident van het nucleaire instituut waar hij werkte. Maar Sacharov ging door met het bekritiseren van de Sovjet-Unie en bleef contact zoeken met buitenlandse journalisten. Uiteindelijk verbande het Kremlin hem in 1980 naar Nizjni Novgorod, vierhonderd kilometer ten oosten van Moskou, toen Gorki geheten en afgesloten voor buitenlanders, zodat Sacharov geen interviews kon geven aan buitenlandse media. Hij had zelfs geen telefoon tot zijn beschikking.
Van zijn woning is nu een museum gemaakt. Sjajchoetdinova laat me een kopie zien van Het Parool met het eerste artikel van Sacharov. Ooit meegenomen door Alexander Münninghoff, die net als Van het Reve ook correspondent in Moskou was. Ze raakt er niet over uitgesproken. ‘Van het Reve, Münninghoff en nu jij hier, jullie horen bij elkaar.’ Ze ratelt enthousiast door en geeft een boks. Persoonlijk heb ik mijn bedenkingen: aan deze twee journalistieke grootheden kan ik niet tippen.